top of page
shutterstock_103250096.jpg

Patrijzen tellen Najaar

tekst: Bart Coghe.

 

In het kader van het Vlaams Patrijzenproject werd enkele maanden geleden via de WBE’s een formulier verdeeld in een eerste poging om tot een uniforme telwijze te komen.

Bij deze enkele tips hoe je kan tellen, vanaf half augustus tot december.

 

Bij de start van de telling in augustus moet je er wel rekening mee houden dat je gewoonlijk eerst de ‘lege koppels’ ziet. Deze vogels moeten enkel voor zichzelf zorgen. Hoe meer kuikens, hoe langer de klucht in de dekking blijft om zich te beschermen tegen grond- en luchtpredatie. Dit betekent dus dat je dezelfde plaatsen meerdere keren zal moeten screenen. Geduld en volharding zijn dus de boodschap. Ideale plaatsen zijn een graanstoppel, gemaaid grasveld, rand van een maisveld, een landweg...

Heel dikwijls zie je maar één kopje uitsteken. Dan ga je er best direct naar toe en laat de klucht één keer opvliegen. Zo ken je het aantal en zelfs iets van het foerageergebied.

​

  • Vooreerst is het belangrijk te weten waar je broedparen zich bevinden. Dit weet je doordat je je revier goed kent en doordat je een doorgedreven voorjaarstelling hebt gehouden

  • Een goede relatie met landbouwers en bewoners: sommigen bellen je op als ze een klucht gezien hebben. Belangrijk is dit zelf te verifiëren.

  • Vanaf half augustus je revier doorkruisen met de wagen of de fiets: vanaf zonsopgang twee tot drie uur en vanaf twee uur voor zonsondergang.

  • Vanaf september een stoppel,  een gespoten aardappelveld, een weide, een grasland... afwandelen, als je ze nog niet gezien hebt. Dit doe je best met meerder mensen en met één of enkele staande honden. Als deze laatste hazerein zijn, zorgt dit niet voor verstoring.

  • Wie ’s nachts door zijn revier rijdt, kan gebruik maken van de warmtebeeldcamera. Hoe later op het jaar, hoe beter het resultaat.

  • Tijdens de hazenjacht worden heel dikwijls nog nieuwe kluchten waargenomen. Hou er echter rekening mee dat je bij een hazenjacht zeker niet al je kluchten zal zien, dikwijls zelfs geen. Het zijn loopvogels die niet op de vleugel gaan als het niet nodig is ofwel heel ver en ongezien op de vleugel gaan.

​

De eerste maand is dus zeer intensief. Daar het vroeg en lang licht is, is dit dus geen ‘werkje’ dat alleen voor gepensioneerden is weggelegd. Iedereen die tijd heeft om in het jachtseizoen dagen te jagen, heeft zeker ook tijd om deze tellingen uit te voeren. Bovendien is het een hobby en schenkt het je telkens voldoening als je weer een klucht ontdekt. Daarnaast is het een enorm voordeel naar de eigenlijke jacht toe. Je weet waar te jagen, je kent de vluchtrichting, de gebruikte dekking... en je zorgt voor een minimale verstoring van je jachtveld. Mensen die soms een dag lopen om uiteindelijk een klucht te vinden, hebben dus hun huiswerk niet gemaakt of hebben onvoldoende patrijzen om te jagen en laten ze beter zitten in de hoop meer broedparen te hebben het jaar nadien. Let wel, je kan maar broedparen hebben naargelang je broedbiotoop hebt.

​

Bart zal in januari ook concrete tips geven om tot een goede voorjaarstelling te komen.

Alvast veel succes en vergeet zeker niet om je correct ingevulde telformulier tegen 1 december bij jouw WBE af te leveren. 

​

bart.jpg

Bart Coghe, 4de van links, gaat al vanaf zijn 7 jaar mee als 'klopper' met zijn vader en jaagt zelf vanaf zijn 18 jaar. Bart is ook lesgever bij de kandidaat-jagers en bestuurslid van WBE 't Veld. (foto Stefaan Beel) © (foto Stefaan Beel)

bottom of page